KAART - AFBEELDINGEN  - VOLGENDE PROJECT
ARCHITECTUURGIDS.NL / ARCHITECTUREGUIDE.NL
SANATORIUM ZONNESTRAAL
J. DUIKER, B. BIJVOET, J.G. WIEBENGA, 1926-1931, Loosdrechtse Bos 7, Hilversum
Sanatorium Zonnestraal / Sanatorium Zonnestraal ( J. Duiker, B. Bijvoet, J.G. Wiebenga )
© 2006 Jan Derwig

ARCHITECT(ENBUREAU):
Jan Duiker
Bernard Bijvoet
Jan Gerko Wiebenga

RESTAURATEUR:
Hubert-Jan Henket
Wessel de Jonge

GEBOUWTYPE:
Gebouwen voor de gezondheidszorg

STAAT:
H.J. Henket, W. de de Jonge (rest. 2000-2003)

De nazorgkolonie Zonnestraal, een herstellingsoord voor tuberculosepatiënten, is gesticht met geld dat door de diamantbewerkersbond is verzameld. Het hoofdgebouw bestaat uit drie langgerekte blokken: een medische afdeling en entree in het noordelijke blok, de keuken en opslagruimtes in het middenblok en wasruimtes en het ketelhuis in het zuidelijke blok. Over de drie blokken is een kruisvormig restaurant geplaatst dat aansluit op een dakterras op het zuidelijke blok. In het zuidelijke blok bevindt zich tevens de entree voor de patiënten die vanuit de paviljoens naar het restaurant gaan. De patiëntenpaviljoens bestaan elk uit twee vleugels van twee verdiepingen die 45° ten opzichte van elkaar zijn gedraaid waardoor elke vleugel een vrij uitzicht op de omringende bossen heeft en toch naar het zonlicht gericht blijft. De beide vleugels zijn gekoppeld door een gezamenlijke conversatiezaal. De draagconstructie bestaat uit betonkolommen op een stramien van 9 x 3 m. die betonbalken in de langsrichting dragen. De vloeren kragen tot 1,5 m. voorbij de balken uit. Ook de balken hebben over het algemeen een overstek. Door deze momentreducerende overstekken is het gebruik van beton geminimaliseerd. De gevels zijn ingevuld met stalen glaspuien. De incidentele borstweringen en de wanden van de bijruimtes bestaan uit spouwconstructies van gestuct steengaas.
Zonnestraal is een onbetwist hoogtepunt van de moderne architectuur in Nederland. Het glazen vlies, gevouwen om de ranke constructie, de langgerekte witte gevels, de trapcilinders en de schoorsteen completeren het beeld van aangemeerde witte schepen: de metafoor bij uitstek van de moderne architectuur. Van een stralend voorbeeld was echter jarenlang geen sprake meer; het complex lag er als een ruïne bij. Nadat dankzij zelfwerkzaamheid van studenten van de Technische Universiteit Delft het ronde dienstbodehuis was gerestaureerd, volgde een voorbeeldige restauratie van het hoofdgebouw en de houten werkloodsen.