KAART - AFBEELDINGEN  - VOLGENDE PROJECT
ARCHITECTUURGIDS.NL / ARCHITECTUREGUIDE.NL
WOONGEBOUW BERGPOLDER
W. VAN TIJEN, BRINKMAN & VAN DER VLUGT, 1932-1934, Dr. de Visserstraat 65-207/Abraham Kuyperlaan, Rotterdam
Woongebouw Bergpolder / Housing Block Bergpolder ( W. van Tijen, Brinkman & Van der Vlugt )
© 2006 Rook & Nagelkerke

ARCHITECT(ENBUREAU):
Willem van Tijen
Brinkman & Van der Vlugt

RESTAURATEUR:
Op ten Noort-Blijdenstein

ARCHITECT(ENBUREAU):
Leen van der Vlugt

GEBOUWTYPE:
Woningbouw

STAAT:
Op ten Noort Blijdenstein (rest. 1992-1993)

De Bergpolderflat vormt in feite het prototype voor vele later gebouwde schijfvormige woongebouwen. Ondanks het feit dat in Amsterdam hoogbouw voor arbeiderswoningen economisch onverantwoord wordt geacht en de woontoren voor beter gesitueerden aan het Victorieplein een commerciële mislukking blijkt, durft een aantal Rotterdamse ondernemers de proef met hoogbouw voor arbeiders aan. In tegenstelling tot de formele uitgangspunten van de Amsterdamse toren (een verticaal accent in Berlages plan voor Amsterdam-Zuid) zijn de Rotterdamse motieven voor hoogbouw economisch, sociaal en praktisch van aard. Men gaat uit van de hygiënische voordelen van de toetreding van zonlicht en lucht en de mogelijkheden tot aanleg van ruime groenvoorzieningen tussen de blokken, gekoppeld aan de economische voordelen van een vergaande standaardisatie en prefabricage om tot concurrerende huurprijzen te komen.
Het gebouw bestaat uit negen woonlagen van elk acht door een galerij ontsloten identieke woningen. De galerijen zijn bereikbaar via een lift achter het glazen trappenhuis op de kop van de schijf. Omdat de lift stopt op een tussenbordes worden telkens twee galerijen per stopplaats ontsloten. De woningen, inwendig zes meter breed en acht meter diep, zijn verdeeld in een smalle en een brede zone. De brede zone bevat aan de galerijzijde de entree, de keuken, een toilet en een wasruimte en aan de balkonzijde de woonkamer. De smalle zone bevat een kinderslaapkamer aan de galerijzijde en een ouderslaapkamer aan de balkonzijde. De wand tussen de woonkamer en de ouderslaapkamer is geheel beglaasd en voorzien van schuifdeuren. De constructie bestaat uit een staalskelet met windkruisen tussen de in lichte drijfsteen uitgevoerde scheidingswanden. De vloeren zijn van hout, om de drie verdiepingen afgewisseld door een brandvrije betonvloer. Trappen, galerij- en balkonvloeren zijn van geprefabriceerd beton. De houten puien met stalen bewegende delen zijn eveneens geprefabriceerd.
Op de begane grond bevinden zich bergingen en nog steeds functionerende was- en droogcellen. Hier was tevens ruimte gereserveerd voor een crèche. Door een lager gebouwdeel loodrecht op de schijf langs de straat te leggen voegt het op zich vreemde hoogbouwelement zich in het stratenpatroon van zijn omgeving, krijgt de entree een accent en wordt de collectieve tuin van de straat afgeschermd. Het zijn vooral deze extra voorzieningen die het wonen in deze hoogbouw een kwaliteit geven die in de latere navolgers vrijwel ontbreekt. De kleine woningen zijn inmiddels aangepast aan de huidige normen.