KAART - AFBEELDINGEN  - VOLGENDE PROJECT
ARCHITECTUURGIDS.NL / ARCHITECTUREGUIDE.NL
VAN NELLEFABRIEK
BRINKMAN & VAN DER VLUGT, 1925-1931, Van Nelleweg 1, Rotterdam
Van Nellefabriek / Van Nelle Factory ( Brinkman & Van der Vlugt )
© 2006 Rook & Nagelkerke

ARCHITECT(ENBUREAU):
Brinkman & Van der Vlugt

MEDEWERKENDE ARCHITECT:
Mart Stam

CONSTRUCTEUR:
Jan Gerko Wiebenga

UITBREIDING:
Van den Broek & Bakema
Meindert Booij

ARCHITECT(ENBUREAU):
Leen van der Vlugt

RESTAURATEUR:
Claessens Erdmann
Wessel de Jonge
Molenaar & Van Winden

GEBOUWTYPE:
Utiliteitsbouw

STAAT:
Claessens Erdmann, W. de Jonge (rest. Van Nelle Ontwerpfabriek, 1999-2003)

Van der Vlugt wordt bij de bouw van deze koffie-, thee- en tabaksfabriek betrokken na de dood van Michiel Brinkman. Er is dan alleen een globaal structuurplan van de indeling van het terrein bekend. Het ontwerp van de fabriek is op vele punten innoverend. Dit is naast de inventiviteit van de jonge Van der Vlugt en zijn medewerkers vooral te danken aan de inzet van de opdrachtgever C.H. van der Leeuw. Naast het optimaal functioneren van het bedrijf is grote nadruk gelegd op het creëren van verbeterde werkomstandigheden voor de arbeiders.
De eigenlijke fabriek bestaat uit een strook werkruimtes in gebouwonderdelen van aflopende hoogte; acht lagen voor de tabaksfabriek, vijf lagen met een dubbelhoge tussenlaag voor de koffiefabriek en drie lagen voor de theefabriek. De verschillende fabrieken zijn onderling gekoppeld door gebouwdelen waarin trappen, toiletten en wasruimtes en mogelijkheden voor verticaal transport zijn opgenomen. Elk trappenhuis heeft zijn eigen trapvorm. Aan de achterzijde van de tabaksfabriek ligt een magazijn met zaagtandkap. De fabrieken liggen langs een expeditiestraat en zijn via de voor het gebouw zo karakteristieke luchtbruggen verbonden met een strook expeditie- en opslagruimtes langs het water. In deze strook zijn tevens een rijwielberging, ketelhuis en werkplaatsen opgenomen.
De entree tot het terrein wordt gevormd door een vrijstaand kantoorgebouw dat de gebogen lijn van de expeditiestraat met zijn voorgevel volgt. Verspreid over het terrein liggen nog een kantine en sportvelden met enige sportgebouwtjes (inmiddels afgebroken). De betonvloeren van de fabriek worden gedragen door betonnen paddenstoelkolommen. De gevel blijft daardoor kolomvrij, hetgeen tot uiting komt in de doorlopende stalen raamstroken die een maximum aan daglicht in de werkruimtes toelaten. Het kantoor bestaat uit een gebogen strook directievertrekken en een strook met de overige kantoorruimtes loodrecht op de expeditiestraat. De beiden delen zijn verbonden door een dubbelhoge open kantoorruimte met glazen wanden en glazen spreekkamers. De ronde tearoom op het dak van de tabaksfabriek is tijdens de bouw toegevoegd om blijvend te kunnen genieten van het uitzicht.
Een belangrijke medewerker van Van der Vlugt is Mart Stam. Zijn inbreng is waarschijnlijk vooral bepalend geweest voor het strakke, uiterst functionele karakter van de fabrieken. Met de meest expressieve vormen van het kantoor en de 'bonbondoos' op het dak was hij het niet eens. Toch zijn het juist deze elementen die dit functionalistische meesterwerk een architectonische meerwaarde geven. Dit is voornamelijk Van der Vlugts inbreng, die het objectieve functionalisme koppelt aan een humane architectuuropvatting, een werkwijze die hij deelt met Duiker en die heeft geleid tot een van de hoogtepunten van het Nieuwe Bouwen in Nederland. Na vertrek van de fabriek is het gebouw gerestaureerd en als Van Nelle Ontwerpfabriek in gebruik genomen. Ook de bijgebouwen en het ketelhuis zijn gerestaureerd en huisvesten behalve architectenbureaus ook een dependance van het Nederlands Architectuurinstituut.