KAART - AFBEELDINGEN  - VOLGENDE PROJECT
ARCHITECTUURGIDS.NL / ARCHITECTUREGUIDE.NL
MOEDERHUIS
A.E. VAN EYCK, 1973-1978, Plantage Middenlaan 33, Amsterdam
Moederhuis / Mothers' House ( A.E. van Eyck )
© 2006 Jan Derwig

ARCHITECT(ENBUREAU):
Aldo van Eyck

GEBOUWTYPE:
Bijzondere huisvesting

Was Van Eyck met de architectuur van het Burgerweeshuis de opvoeders twintig jaar vooruit, bij deze opdracht kon hij werken in nauw overleg met staf én cliënten van de Hubertusvereniging. Deze instelling is in de negentiende eeuw opgericht ter ondersteuning van 'gevallen vrouwen' en in de jaren zeventig geëvolueerd tot een instelling die ongehuwde moeders op voet van gelijkwaardigheid opvang en bescherming biedt. Het pension biedt een tijdelijk verblijf voor zestien ouders en circa 78 kinderen, alsmede ruimtes voor staf en administratie. Het betreft de invulling van een gat in een negentiende-eeuwse straatwand en de restauratie van twee aangrenzende historische panden. De invulling past zich aan bij de bestaande structuur (bouwhoogte, verticale hoofdindeling, onderbouw), maar wijkt er ook ingrijpend van af. De positie van entree en trappenhuis is zodanig dat er eigenlijk twee gebouwen ontstaan: een hoge nieuwbouw en een lagere uitbouw van de bestaande panden. Door kleur- en materiaalgebruik is er toch weer een eenheid. In de bestaande panden zijn de stafruimtes en de woon- en slaapkamers van de ouders ondergebracht. Deze hebben terrassen op de nieuwbouw. Het nieuwe gedeelte bevat bergingen, een kantine en keuken en het dagverblijf voor kinderen van 1-6 jaar. De bovenste twee lagen, hoog en geïsoleerd, zijn voor de baby's. Aan een binnenplaats bevindt zich een laagbouw van twee etages met woningen. Elke woning huisvest tien kinderen en bevat een slaapkamer, sanitair, keuken en woonkamer met veranda. Een mini-passage op de verdieping verbindt de woningen en het dakterras. De draagstructuur is een regelmatige betonconstructie van kolommen en vloeren met een vaste kern (lift en toiletten). De niet-dragende binnenwanden zijn veelal beglaasd en zorgen voor een transparante ruimtegeleiding. In plattegronden en gevels ontbreekt een eenduidige geometrie; er is een egale ordening van verschillende specifieke geometrieën: rechthoekige ruimtes, hoeken van 45°, cirkels, cirkelsegmenten en de vrije curven in de woningen voor kinderen. Ten tijde van de ruwbouw besluit Van Eyck, naast de kleurcodering van de laagbouw met paars, rood, oranje, geel en groen, de opeenvolgende metalen puien van de hoogbouw in verschillende kleuren te schilderen, waardoor de articulatie van de gevel beter tot uiting komt. 'Ik kies geen kleuren, mijn lievelingskleur is de regenboog.' Dit motief komt op enkele plaatsen terug.