KAART - AFBEELDINGEN  - VOLGENDE PROJECT
ARCHITECTUURGIDS.NL / ARCHITECTUREGUIDE.NL
GRONINGER MUSEUM
A. MENDINI, 1988-1994, Museumeiland 1, Groningen
Groninger Museum / Groninger Museum ( A. Mendini )
© 2006 Jan Derwig
Dankzij een genereuze schenking van de Gasunie kan het Groninger Museum in het midden van de jaren tachtig serieus aan nieuwbouw gaan denken. Na veel politiek geharrewar wordt als locatie een nieuw te maken eiland in de Zwaaikom van het Verbindingskanaal tegenover het station toegewezen. De Gasunie rekent vanwege zijn schenking op een voorbeeldig monument van internationale allure, de gemeenteraad verlangt hoge architectonische kwaliteit, maar niet zodanig opvallend dat het zal detoneren in de historische omgeving en vraagt bovendien om een doorgaande fietsroute van het station naar de binnenstad, de omwonenden willen eigenlijk niets en museumdirecteur Frans Haks eigenlijk alles als de Italiaanse ontwerper Mendini de architect zal zijn. Het is bepaald geen stabiele situatie waarbinnen in alle rust tot een uitgewogen ontwerp kan worden gekomen. Maar dat is dan ook niet de bedoeling: zowel Haks als Mendini zijn van mening dat deze tijd wordt gekenmerkt door een heterogeen geheel van confronterende esthetica’s en het museum is een reflectie van deze situatie. Mendini’s ontwerp wordt in hoofdopzet gekenmerkt door een ‘archaïsche symmetrische vorm’ die bestaat uit een aantal in de langsrichting geschakelde paviljoens. Voor de uitwerking van de verschillende onderdelen zoekt Mendini samenwerking met een aantal internationaal vermaarde architecten, vormgevers en kunstenaars, zodat binnen het homogene kader van de hoofdopzet een heterogene collage van architectuuropvattingen wordt samengebracht.
Het museum bestaat uit drie gebouwdelen die op de onderste laag door middel van een centrale gang met elkaar zijn verbonden. Het centrale deel is door Mendini zelf ontworpen en bevat de voorzieningen als restaurant, bibliotheek en kantoren. Boven alles uit steekt de goudgele depottoren, de schatkamer van het museum. De twee overige bouwdelen bevatten de eigenlijke museumzalen en bestaan elk uit een stapeling van twee paviljoens met elk een eigen architect. Het basement van het westelijke deel is met ruwe rode baksteen bekleed en door Michele de Lucchi ten behoeve van de collectie archeologie en historie ingericht. De metalen ‘pillendoos’ daarbovenop is ontworpen door Philippe Starck en bevat de collectie kunstnijverheid. Het open interieur kan door middel van slingerende gordijnen worden ingedeeld. Het basement van het oostelijk deel huisvest de collectie moderne kunst en is door Mendini zelf ontworpen. Het dakpaviljoen ten behoeve van de collectie oude kunst zou oorspronkelijk door beeldend kunstenaar Frank Stella worden ontworpen. Nadat deze zich terugtrekt wordt Coop Himmelblau gevraagd op korte termijn een nieuw ontwerp te maken. Het is een expressieve explosie van staalplaten en glas, die intuïtief met behulp van maquettes is ontworpen: een poging ‘vloeibare’ architectuur te realiseren die ruw, scherp en beweeglijk is. Opvallend genoeg, gezien het hectische bouw- en ontwerpproces en de bewust confronterende architectuur, verstomde het gekrakeel onmiddellijk bij de opening en was het alsof het museum al een eeuwigheid op deze vanzelfsprekende plaats had gelegen.