KAART - AFBEELDINGEN  - VOLGENDE PROJECT
ARCHITECTUURGIDS.NL / ARCHITECTUREGUIDE.NL
EERSTE OPENLUCHTSCHOOL VOOR HET GEZONDE KIND
J. DUIKER, B. BIJVOET, 1927-1930, Cliostraat 40, Amsterdam
Eerste Openluchtschool voor het Gezonde Kind / Open Air School ( J. Duiker, B. Bijvoet )
© 2006 Jan Derwig

ARCHITECT(ENBUREAU):
Jan Duiker
Bernard Bijvoet

UITBREIDING:
Hans Peeters

RESTAURATEUR:
Wessel de Jonge

GEBOUWTYPE:
Onderwijsgebouwen


GERELATEERDE GEBOUWEN:
Stedenbouwkundig plan Amsterdam-Zuid

Openluchtscholen worden vanaf het begin van de vorige eeuw gebouwd om zwakke kinderen in de zon en de open lucht aan te laten sterken. In 1927 krijgen Duiker en Bijvoet de opdracht voor het ontwerp van een openluchtschool in Amsterdam-Zuid. Van de school, die op het binnenterrein van een gesloten bouwblok is gebouwd, zijn vijf voorontwerpen in verschillende situaties bekend.
De school bestaat uit een vierkant lokalenblok van vier verdiepingen, dat diagonaal op het terrein is geplaatst. Het basisvierkant is opgedeeld in vier kwadranten rond een diagonaal geplaatst centraal trappenhuis. Het oost- en westkwadrant bevatten elk per verdieping een lokaal en delen een openluchtlokaal op het zuiden. Het noordkwadrant is alleen op de begane grond bebouwd en bevat een lerarenruimte. Op de begane grond bevinden zich verder nog een lokaal in het westkwadrant, de hoofdentree onder de openluchtlokalen en een langwerpig, vanwege de grotere hoogte verdiept geplaatst gymnastieklokaal dat half onder het lokalenblok is geschoven. De betonkolommen zijn niet op de hoeken maar in het midden van de kwadrantzijden geplaatst. Hierdoor ontstaat een gunstig krachtenverloop in de gevelbalken, blijven de hoeken kolomvrij en wordt het open, zwevende karakter van de school versterkt. De vloeren steken uit over de gevelbalken, waardoor eenzelfde momentreductie wordt bereikt. De kolommen zijn verder diagonaal gekoppeld door secundaire balken die de diagonale ruimteopbouw van de lokalen in het plafond zichtbaar maken. Door de kolommen en de balken te verjongen wordt het krachtenverloop in de constructie gedemonstreerd. Afgezien van een lage betonnen borstwering zijn de gevels geheel beglaasd en voorzien van stalen taatsramen, zodat het gehele lokaal geopend kan worden. In de betonvloeren zijn aan de onderzijde verwarmingsbuizen meegestort. Deze plafondverwarming, gekozen om ook in de winter de ramen te kunnen openen, functioneerde matig en is in 1955 vervangen. Tekenend voor Duikers doordachte detaillering zijn de kapstokhaken. Deze zijn bevestigd aan de verwarmingsbuizen in de hal waardoor tegelijkertijd de ruimte wordt verwarmd en de jassen worden gedroogd.
Het poortgebouw aan de Cliostraat bestaat uit een woningblok rechts van de poort en een fröbellokaal boven de fietsenstalling en de entree. Door het relatief lage en transparante poortgebouw is de school vanaf de straat goed te zien. Het poortgebouw is in 1985 door J.M. Peeters voorbeeldig gerestaureerd en met een nieuwe trap uitgebreid. In de Openluchtschool krijgen de idealen van de moderne architectuur, licht, lucht en ruimte, op demonstratieve wijze gestalte. De school behoort met Duikers Zonnestraal in Hilversum en de Van Nellefabriek van Van der Vlugt in Rotterdam tot de hoogtepunten van deze architectuur in Nederland.